LEGENDES
 
De Hoorns van Sint Jakob.

De hoorns van Sint Jakob houden geen verband met de traditionele Sint Jakobsschelpen die met de staf tot de attributen van de "marcheurs de Dieu" behoren. Het gaat hier om spiraalvormige schelpen "caracola" in het Spaans die de vissers gebruiken om bij de aankomst in de haven de verkoop van de vis aan te kondigen en die ook door pelgrims van de stranden van Galicië werden mee genomen. Gesanctioneerd door de volksvroomheid werd hun kracht toegeschreven om het woeden van het noodweer te temperen.
In de mythologie van de Tritons dienen spiraalvormige schelpen als hoorns. Het gebruik ervan als signaalhoorns na verwijdering van de punt is algemeen in de antieke wereld en tot op heden in Oost Azie en Oceanië. Soms beschouwt men de schelphoorn als de stem van de godheid.
 

 

De Harlinger grootschippers

Volgens de mythologie gebruikten de zeemeermannen de wulk als trompet. Vissers bliezen er op "om de donder te breken", wanneer ze op huis aanvoeren. De "hoorn van St. Jacob" wordt ie ook wel genoemd, omdat Jacobus immers ook een dondersteen was - een "donderzoon" zoals Jezus hem en zijn broer Johannes op strenge toon noemt. Een agressieveling, die in de ruigte van Spanje het geloof predikte en door koning Herodes werd onthoofd.

In Harlingen had het gilde van de grootschippers Jakobus als patroon. Hun gildehuis stond in de straat die noord- zuid door de stad loopt. De Noorderpoort van de stad werd de Blauwpoort of Sint Jakobspoort genoemd. Naar het noord sluit deze aan op de landweg naar de "Jakobsstad" Franeker.
In het gildehuis bewaarde men tot in de negentiende eeuw een prachtige drinkhoorn. Deze hoorn werd volgens overlevering geschonken door koning Filips II en is in 1550 in het bezit gekomen van het gilde, volgens de inscriptie van de (oudste) buitenste band. Op deze band is ook Sint Jakobus afgebeeld met staf (zwaard?) En schelp. Hij staat naast de kerk van Almenum. Verder zijn de banden versierd met wapens en zeegezichten. Opvallend is de afwisseling van meeuwen en schepen.
In 1628 had het Harlinger schippersgilde 47 leden. In het begin van de negentiende eeuw ging het economisch zeer slecht met de Friese havenstad. De prestigieuze hoorn zal toen verkocht of waarschijnlijker, vernietigd zijn.

 

 

Jakobus, de Schipperspatroon

Jacobus Major mag zich verheugen over een groot aantal patronaten; pelgrims en reizigers in het algemeen, graanboeren en armen, hoedenmakers, apothekers en drogisten.
In Noord-Europa is hij ook van belang als Schipperspatroon. In Friesland maar vooral ook in de Hanzesteden, is Jakobus beschermheilige van de schippers.
Dit Patronaat kan ontleend zijn aan verschillende verhalen en tradities. Op de eerste plaats waren de zonen van Zebedeus vissers en daarmee bekend met het varen op het meer van Galilea. Op de tweede plaats neemt de Gouden Legende het verhaal over van de wonder-baarlijke overbrenging van het lichaam van Jakobus van Jeruzalem naar Galicië. Engelen zorgden voor een veilige overtocht. Bij aankomst in Galicië viel een van de begeleiders in zee en kwam uit de golven naar boven, geheel bedekt met schelpen.

 

 
Men vertelt dat,
waar ook de klank van de hoorns van Sint Jakob
die de pelgrims meenemen,
in de oren van de mensen klinkt,
hun vroom geloof wordt versterkt.

Alle bedreigingen van de tegenstander
worden door hen afgeweerd.

evenals hagelbuien, wervelstormen en onweer.

Verwoestend noodweer wordt afgezwakt,
stormen wordt mild en zacht,
kortom,

Alle machten der lucht worden verbannen.