STRAUSS Vooral
componisten waren voorstanders van dit instrument. Zo heeft Richard Strauss
het Hoornconcert no.1 Op.11 in Es groot geschreven voor zijn vader. De
eerste uitvoering was in 1885 in Meinungen door Gustav Leinhos. Richard
Strauss moest bij het concert uitdrukkelijk vermelden dat het voor ventielhoorn
geschreven was. Het was in die tijd namelijk ook nog gebruikelijk dat
er op natuurhoorn gespeeld werd. Het concert was echter daarop niet te
spelen omdat niet alle tonen op een natuurhoorn mogelijk zijn en Richard
die tonen wel gebruikt:
Hoornconcert no.1 Op.11 in
Es groot
1. Allegro
2. Andante
3. Allegro-Rondo (Allegro-Tempo I-Lento-Tempo I)
BEETHOVEN
Beethoven gebruikte ook steeds vaker 4 hoorns, 2 hoge en 2 lage. Het
hoornkwartet werd van toen af aan een vast bestanddeel in het orkest.
Door de mogelijkheden van de natuurhoorn tot het uiterste uit te buiten,
dwong Beethoven de hoornisten en instrumentenbouwers tot de ontwikkeling
van een volchromatische natuurhoorn, wat in 1813 lukte met de uitvinding
van de ventielen. In 1819 kwamen de eerste hoorns met 3 ventielen. Beethoven
begon in 1815 aan zijn 9de symfonie en voltooide deze in 1823. In het
derde deel van deze symfonie schreef hij een grote solo voor de vierde
hoorn.
WEBER
Door de uitvinding
van ventielen werd de klank in het begin zeer benadeeld. Zo dulde Carl
Maria von Weber de ventielhoorn niet in zijn orkest. Ook lange tijd na
deze uitvinding bezaten de grote orkesten nog natuurhoorns.Van Carl maria
von Weber is bekend dat hij de eerste ventielhoorns niet zijn orkest wilde
hebben. Zijn weerstand tegen de ventielhoorn zat hem in het feit dat deze
instrumenten technisch en qua intonatie nog zeer onvolkomen waren en dat
hun klank nog niet kon tippen aan die van de natuurhoorn. In de inleiding
van de overture de Freischütz schreef hij dan ook een van de mooiste
stukken voor 4 natuurhoorns
BRAHMS
Johannes Brahms wist ook niet goed wat hij ermee aan moest, omdat deze
heren vonden dat de natuurlijke zuiverheid van het instrument verloren
ging
HALEVY De
Ventielhoorn werd in 1835 voor het eerst uitdrukkelijk voorgeschreven
door Halévy in zijn opera La Juive Ondanks de onvolmaaktheid
van de toenmalige ventielinstrumenten wilde hij toch 2 Cors à
Pistons en 2 Cors Ordinaire, dus 2 ventielhoorns en
2 natuurhoorns. De qua klank belangrijke passages gaf hij aan de natuurhoorns
en de diatonische passages gaf hij aan de ventielhoorns.
WAGNER
Richard Wagner gebruikte in 1841 deze mogelijkheid in zijn opera Der
Fliegende Holländer. Sindsdien vroeg Wagner
vroeg in zijn partituren altijd ventielhoorns, hoewel deze vaak met natuurhoorns
gecombineerd werden. De eerste opera waar vier ventielhoorns in gevraagd
werden was die Judin van Jaques Halvey. Richard Wagner durfde
dit nog niet, maar maakte wel verdienstelijk gebruik van de mogelijkheden
van de ventielhoorn in de lage hoornregisters. Wagners voorbeeld werd
onder andere door Draeseke, Strauss, Schonberg, Stravinsky en Bruckner
gevolgd.
SCHUMANN
In 1853 echter publiceerde de beroemde componist Robbert Schumann in een
krant een artikel dat hij noemde Neue Bahnen. In dit artikel
verdedigde hij de ventielhoorn, door te stellen dat deze nog een ontwikkeling
moest ondergaan. Hij wist zelfs veel conservatieve componisten van het
goede van de ventielhoorn te overtuigen, door voor dit instrument prachtige
muziek te schrijven. Na Schumann droegen veel componisten bij aan de invoering
van de ventielhoorn in het orkest.
|