Afstoppen | Hetzelfde woord voor stoppen. Effect dat je verkrijgt door de rechterhand in de beker helemaal af te sluiten. De gestopte toon klinkt hoger, en dus moet je een toon lager spelen of het stopventiel indrukken. | |
Bells-up | Blazen met de beker omhoog. Soms wordt de hand er ook uitgenomen met het risico dat de toonhoogte verandert. | |
<<< | ||
Bouche | Wil zeggen: "stoppen". Dat wil zeggen dat je hand de beker moet afsluiten waardoor je een ander effect krijgt. Bouche wordt op de partij aangeduid met een + Zodra je ° of - ziet staan wordt de bouche opgeheven en moet je weer normaal spelen. | |
<<< | ||
Buizenvet | Buizenvet dient om de losse buizen te smeren. Het buizenvet zit in een heel klein potje met een kussentje in de opening, waardoor het vet komt. Een heel klein beetje vet is al voldoende om het in een heel dun laagje aan te brengen, waarna je het vet gelijkmatig moet verdelen. Na het inbrengen van de buizen mag je normaal gezien geen moeite meer hebben om de buizen een beetje uit te trekken of in te duwen. | |
<<< | ||
Concours | Soort van wedstrijd voor een bepaalde instrumentengroep met voorrondes en finale. | |
<<< | ||
Conisch | Een lang 'gat' dat met een smalle diameter begint, maar met een brede diameter eindigt. Bijvoorbeeld de hoorn: hij heeft een smalle luchtopening vanaf het mondstuk. Vanaf daaruit wordt de luchtdoorgang breder en breder, tot hij uitmondt in de brede klankbeker. | |
Cuivré | Het schetterende, trompet-achtige geluid | |
Demper | Steek je in de klankbeker van de hoorn, waardoor je een ander effect krijgt. Er zijn verschillende soorten dempers voor verschillende effecten. | |
<<< | ||
Draaiventiel |
Draaimechanisme dat de luchtdoorgang regelt, waarvan het ventiel de motor is. Het ventiel is verbonden aan een hefboom. Die hefboom is verbonden met een wiel, het zogenaamde draaiventiel. Hoe dieper de hefboom gaat, hoe meer het draaiventiel draait. Binnen in het draaiventiel is een luchtdoorgang die lucht krijgt vanuit de buis. Afhankelijk van de positie van het ventiel en het draaiventiel wordt de lucht doorgestuurd naar een andere buis van verschillende lengte, met als resultaat een andere toon. Het mechanisme van het draaiventiel kun je vergelijken met de hefboom en wielen van een stoomtrein. |
|
<<< | ||
Dubbelhoorn | Hoorn met een dubbele winding. Eigenlijk gewoon de standaard orkesthoorn. Meestal kun je een dubbelhoorn naar F of Bes regelen dmv een vierde ventiel. Je kunt dus van de ene stemming naar de andere overschakelen. Op de dubbelhoorn zijn zowel de hoogste als de laagste noten gemakkelijk te blazen. | |
<<< | ||
Embouchure | Embouchure (van het Franse bouche) is zowel de constructie van het mondstuk van een blaasinstrument als de combinatie van lipstand, tongstand, spierspanning e.d. die voor het voortbrengen van een toon op een blaasinstrument nodig is. | |
<<< | ||
Enkelhoorn | Hoorn met één winding. Heeft een groot bereik, maar tegelijkertijd een moeilijker bereik dan de dubbele hoorn. Is ook goedkoper. | |
<<< | ||
F-hoorn | Een andere benaming waarmee de moderne hoorn bedoeld wordt. F staat voor Fa. De moderne hoorn staat in Fa. Dat wil zeggen dat als je op deze hoorn een do speelt, deze in werkelijkheid klinkt als een fa. Speel je op de F-hoorn een fa, klinkt deze dus in werkelijkheid als een sib. Je hebt ook nog een hoorn in Es, namelijk de althoorn | |
Flatterzunge | Dit is het uitspreken van een rollende -r- tijdens het blazen. Het veroorzaakt een wat raspend geluid | |
Fluttertongue | Andere benaming voor flatterzunge | |
Franse hoorn | Deze benaming is uitgevonden in Engeland tijdens de 19de eeuw omdat ginder in die tijd de meeste orkesthoorns uit Frankrijk geïmporteerd werden, en om ze op deze wijze te onderscheiden van de jachthoorn. De orkesthoorn is dus zeker geen Franse uitvinding. De Fransen waren juist bij de laatsten om de hoorn in het orkest te gaan gebruiken, namelijk tegen het einde van de 18de eeuw | |
Hoornconcours | Soort van wedstrijd voor hoornisten met voorrondes en finale. | |
<<< | ||
Hoornstandaard | Een staander waar je je hoorn makkelijk op kunt plaatsen. | |
<<< | ||
Hoornsteun | Een soort van steun die je plaatst tussen je dijbeen en je hoorn om niet moe te worden of omdat je omwille van bepaalde beperkingen niet anders kunt. Meestal is dit niet aan te raden omdat men makkelijk vervalt in gemakzucht en verkeerde gewoontes waardoor je conditie gaat er op dat vlak op achteruit. | |
<<< | ||
Klankbeker | Het einde van een hoorn en grootste onderdeel. Het is dat gedeelte waar je je hand insteekt. Hand en klankbeker kunnen zorgen voor mooie effecten. De klankbeker kan er soms ook afgeschroefd worden. | |
<<< | ||
Kraken | Effect typisch voor de hoorn. Men spreekt van kraken wanneer de hoorn een scherp geluid teweeg brengt, die ontstaat door een combinatie van een iets spitsere positie van de lippen, een luide toon, en een soort van trillingen die het koper van de hoorn doen ontstaan. Bezorgt rillingen bij velen wanneer ze dit effect horen. | |
<<< | ||
Kicksen | Als een hoornist juist niet of juist wel aan de hoge tonen raakt en waarbij men duidelijk merkt dat dit met veel moeite gedaan wordt. | |
<<< | ||
Kleppenolie | Kleppenolie wordt aangebracht op de asjes van de ventielhefbomen. Door de naald aan het uiteinde van het flesje is de kleppenolie goed aan te brengen; ook op moeilijk bereikbare plekken. Door deze olie aan te brengen zal er geruisloos gespeeld kunnen worden. Deze olie is dikker dan de ventielolie. | |
Koperpoets | Dient om ongelakte koperinstrumenten glimmend te maken. | |
<<< | ||
Lakpoets | Soort van spray die je moet aanbrengen op je gelakte hoorn, waarna hij drooggeboend moet worden met een zachte doek, zodat hij glimt. Deze lakpoets reinigt het instrument en beschermt het tegen lichaamszweet d.m.v. een waslaagje. | |
<<< | ||
Leertje | Typisch verschijnsel onder hoornisten. Een leertje beschermt de linkerhand van afschilfering van het koper door de warmte van de hand en het vele gebruik. Is niet standaard bijgeleverd en is meestal bruin of zwart van kleur. | |
Mechaniekolie | Ander woord voor kleppenolie. Wordt aangebracht op de asjes van de ventielhefbomen. Door de naald aan het uiteinde van het flesje is de kleppenolie goed aan te brengen; ook op moeilijk bereikbare plekken. Door deze olie aan te brengen zal er geruisloos gespeeld kunnen worden. Deze olie is dikker dan de ventielolie. | |
mondroer | Het mondroer is de pijp waar het mondstuk op past. Met behulp van een speciale borstel aan een trekveer, of een bolletje aan een synthetische draad kun je het mondroer schoonmaken. | |
<<< | ||
Mondstuk | Onmisbaar deel van ieder blaasinstrument wat dient om het instrument zuiver aan te blazen zonder schade aan de lippen op te lopen. Het uitzicht en de vorm van het mondstuk is afgestemd op het instrument waartoe het behoort. De vorm van het hoornmondstuk is trechtervormig. | |
Mondstuketui | Stukje leer met sluiting om je mondstuk in op te bergen. Nu kun je hem opwarmen (bv in je broekzak) zonder dat hij vuil wordt vlak voor het spelen. | |
<<< | ||
Poetsdoek | Dient om je instrument op te blinken en te zuiveren van alle vuiligheid | |
Potloodhouder | Handigheidje dat je achter je hoorn kunt bevestigen zonder dat anderen dit zien, waarin je een potloodje kunt klemmen. Zo heb je altijd je potlood bij je. | |
Silent Brass Demper | Speciale demper die je in je hoorn kunt steken. Ideaal voor op kot of in de examenperiode, waarbij je je eigen in een concertzaal kunt horen spelen, maar waarbij anderen jou niet kunnen horen. De demper is met een kabeltje verbonden met een regelpaneel. Aan het regelpaneel zit enerzijds een kabeltje met adapter die je in het stopcontact moet steken, en anderzijds een kabeltje met een oortelefoon. Met het regelpaneel kun je oa het volume regelen, en kun je bepalen of je in een kamer speelt, een kerk of een concertzaal. | |
<<< | ||
Stopdemper | De stopdemper is veel slanker dan de gewone demper. Men moet wel nog het stopventiel ingedrukt houden om het toonverschil op te heffen | |
<<< | ||
Stoppen | Effect dat je verkrijgt door de rechterhand in de beker helemaal af te sluiten. De gestopte toon klinkt lager, en dus moet je een toon hoger spelen of het stopventiel indrukken. | |
<<< | ||
Stoppositie | De hand die de beker helemaal afsluit, waardoor je een lagere toon en scherpere toon krijgt. | |
<<< | ||
Stopventiel | Vierde en soms vijfde ventiel van de hoorn. Dient om de lagere gestopte toon die je verkrijgt door met je hand de beker af te sluiten, terug op normale hoogte te corrigeren | |
<<< | ||
Transponeren | Op zicht een aantal tonen hoger of lager spelen dan er geschreven staat. Iedere hoornist krijgt wel eens een Es-partij voor zich. Alles moet dan op zicht 2 kruisen lager gespeeld worden. | |
<<< | ||
Tripllehoorn | Heeft een register in F, Bes en F-alt. Door zijn gewicht en grootte en kost zie je hem vrij weinig. | |
<<< | ||
Ventielen | Dat gedeelte van de hoorn die je moet bespelen met je linkerhand, en zorgen via het ventielmechanisme in combinatie met je lipspanning voor de tonen. De ventielen kunnen met elkaar gecombineerd worden waardoor je ook weer andere tonen kunt produceren. Net zoals kleppen bij houtblazers en pistons bij andere koperblazers, zijn de ventielen het absolute begin van de hoorn | |
<<< | ||
ventielhefboom | Verbindt het ventiel met het draaiventiel. | |
Ventielolie | Ventielolie moet je aanbrengen via de buizen die naar je ventielen gaan. Haal de buizen eruit en houdt de hoorn zo dat je de vaste buizen omhoog staan. Doe een paar druppels ventielolie in die buizen terwijl je de ventielen ingedrukt houdt. Beweeg de cilinders een tijdje flink op en neer; de olie loopt nu langzaam in de cilinders. Schuif nu de buizen er weer in. | |
Waldhoorn | Deze term wordt gebruikt in Nederland en Duitsland. Ander woord voor Franse Hoorn. |