DE MIDWINTERHOORN

Een midwinterhoorn is een zeer oud houten blaasinstrument. Het midwinterhoornblazen is nu voornamelijk een Nederlandse traditie. Sommigen beweren dat er 4 tot 6 duizend jaar geleden al op een dergelijk instrument geblazen werd. De hoorn varieert in lengte. Zo zijn de midwinterhoorns ongeveer 140 centimeter lang.

Er is slechts een archeologisch vondst van een midwinterhoorn bekend, gevonden in een oude waterput bij Deventer, (alleen het mond-deel) gedateerd in de 13e eeuw.Na analyse bleek de hoorn slechts 45 centimeter lang te zijn en dezelfde vorm te hebben als de huidige hoorns.

Er komt een mooie "g"- toon uit. De Oldendieverse midwinterhoorn heeft meestal een lengte tussen de 150 en 200 centimeter. Natuurlijk zijn er ook langere en kortere hoorns gemaakt.Zo heeft de langste hoorn in Oldendiever gemaakt een lengte van ruim 5,50 meter. (Eikenstam).De beker is ruim 30 cm in doorsnee.De hoorn hangt in de Bospub "De Boerdennen" te Dwingeloo.



Het verschil tussen een natte en een droge hoorn:

In vroegere tijden was er geen houtlijm. Door tussen de wanden van beide helften speciaal bies te doen en daarna beide helften weer samen te voegen, ontstond een holle houten pijp. Deze werden aan elkaar gehouden door er Spaans riet omheen te wikkelen. Daarna werd het geheel een aantal dagen in water gedompeld Als de hoorn dan bijvoorbeeld in de put wordt gehangen (ook de reden waarom midwinterhoornblazers op een plaatje heel vaak bij een waterput staan) zwelt de bies door het water op en werd de hoorn luchtdicht. Pas als het luchtdicht is, kan erop geblazen worden.... een 'nat' hoorn dus.

In latere tijden werden de helften aan elkaar geplakt met houtlijm. Dit is dus eigenlijk een wat 'modernere' manier om een hoorn te maken. Er kwam geen water meer aan te pas.... dus een 'droog' hoorn.