Beknopte geschiedenis

Ter verduidelijking:
De term "Franse hoorn" wordt hier veelvuldig gebruikt om een onderscheid te maken tussen alle instrumenten die aan bod komen. Doch met sprongen en takken komt het ene instrument voort uit het andere, maar het gebruik van de instrumenten (bv drinkhoorn) hoeft daarom niets met de huidige hoorn te maken hebben. Het is de bedoeling om alle 'hoorns' samen te brengen tot een hoornkaart van de evolutie.
 
De oorsprong van de hoorn is begonnen bij de dierhoorns en schelphoorns. Vroeger bewaarden de mensen van alles. Als je bijvoorbeeld een geit gaat slachten dan kun je van de wol mooie kleden maken en die verkopen, het vlees verkopen, en ..... de hoorntjes. Je kon er van alles in bewaren. Bijvoorbeeld zalf, maar dan moest hij eerst worden schoongeblazen. Toen de mensen dat deden kwam er geluid uit. Nu werd het hoorntje ook al een muziekinstrument of gebruikt als signaalinstrument.

sjofar of ramshoorn
plaats

Nog een van de eerste hoorns zou de dwarshoorn zijn. Men weet niet of dit zelfs de allereerste was, vóór de dierhoorns die langs voor werden geblazen. Men heeft een een 28.000 jaar oude prehistorische rotssculptuur gevonden, de zogenaamde Venus van Laussel. Deze stelt een vrouw voor met een hoorn in haar hand waarvan de punt niet af is. Men gaat er vanuit dat het gat zich bevindt aan de zijkant. Er is nog ander archeologisch materiaal dat eveneens wijst op prehistorische dwarshoorns

Hier ziet u een afbeelding van een bronzen hoorn. De eerste bronzen hoorns zouden afkomstig zijn in het noordoosten van Ierland, ongeveer 1500 voor Christus.


dwarshoorn
plaats
Het blazen op een runderhoorn bracht een imitatie van het eigen geluid van het rund teweeg, of kan werken als een soort lokroep, waardoor het dier reageert. Voor de prehistorische mens was dit zeer praktisch. Als door het blazen op een hoorn het oerrund reageerde, verried het beest daarmee zijn verblijfplaats in het woud aan de jagers. Dit instrument wordt ook wel boerhoorn genoemd. Ook de herder had zo een hoorn, om zijn schapen bijeen te roepen. In dit geval is de hoorn een schepershoorn, van scheper, herder.

runderhoorn
plaats
De Kinkhoorn was een muziekinstrument dat ontstond uit een schelp. Het diertje dat in de schelp zat werd gegeten door de mensen. Om dat diertje uit de schelp te krijgen werd het smalle uiteinde afgesneden, daarna kregen ze het diertje er nog niet uit dus gingen ze er in blazen en kregen er geluid uit

wulk of kinkhoorn
plaats
Later begon men de shanka of schelphoorn te gebruiken, en wordt met zijn indringend geluid veel gebruikt in sjamanistische rituelen. Zijn geluid verkondigt de glorie van de heilige naam.

shanka of schelphoorn
plaats

De lur is afkomstig uit Scandinavië, en werd al 2000 jaar voor Christus vervaardigd. De oudste bekende blaasinstrumenten werden in de bronstijd vervaardigd.

Ook de Romeinen kenden de Lure. Hij werd ook gebruikt bij Germaanse volksfeesten.


lur
plaats
De Carnyx was een lange Keltische hoorn, die van brons gemaakt is. Het werd gebruikt tijdens oorlogen. Men hield het vertikaal zodat het geluid drie meter hoog boven de veldslag uitkwam. Het werd in Europa vooral gebruikt tussen 300 VC en 200 NC. Delen zijn teruggevonden in Groot-brittannië, Frankrijk, delen van Duitsland, en Oost-Roemenië.

carnyx
plaats
Gedurende de tijd dat de romeinen aan de macht waren, ontwikkelden ze een goed signaalsysteem. Een van die instrumenten die hiervoor gebruikt werden, was de buccina. Dit instrument kon ruim drie meter lang zijn. Halverwege zat er soms een houten lat zodat het instrument op de schouder van de speler kon steunen. Men kon hier metaal buigen, waarschijnlijk was dit instrument ontstaan uit de carnyx, vanwege de 'mondopening'. Die techniek was met de volsverhuizingen van de romeinen omstreeks 400 NC verloren gegaan, om later weer 'uitgevonden' te worden tijdens de Middeleeuwen.

Hij werd in de loop van de tijd steeds meer gebruikt bij de jacht en groeide dan ook uit tot jachthoorn.


buccina
plaats
Tijdens de 11de eeuw voor het eerst in zuid Italië voorkwam was de ‘Busine’. De busine werd niet rechtstreeks overgenomen van de romeinen. Er werden 2 modellen busines ontwikkeld:

1, een lange rechte smalle cilindrische buis met een aparte beker, hieruit ontwikkelde zich de trompetten en de trombones.

2, een lange steeds breder wordende buis die direct in een beker overging, deze kon eveneens afgenomen worden. Hieruit werden later de hoorns ontwikkeld.

 


busine 1


busine 2

plaats
Tijdens de middeleeuwen ging men instrumenten beter bespeelbaar maken. Rond 1000 NC werd de korte stierhoorn voorzien van 6 vingergaten.. Op deze wijze werd later de kromme zink ontwikkeld die waarschijnlijk eerst nog de verzamelnaam ‘Hoorn’ droeg.


stierhoorn
plaats
De boerhoorn is een koehoorn, maar dan met de punt eraf om erdoor te kunnen blazen, en als de hele hoorn minstens 25 centimeter maar niet langer is dan 45 centimeter. De boerhoorn werd gebruikt als signaalhoorn in de boerschappen en boermarken voor als er werk aan de winkel was.

boerhoorn
 
Men ging de dierhoorns ook gebruiken voor vele andere dingen. Als er een bakker was, was er ook nog een bakker die op een dierhoornblies als het brood klaar was. Men noemde dit de bakkershoorn.

bakkershoorn
plaats
In een oude waterput bij Deventer, is een deel van een midwinterhoorn teruggevonden,gedateerd in de 13e eeuw. Sommigen beweren dat er 4 tot 6 duizend jaar geleden al op een dergelijk instrument geblazen werd. Een midwinterhoorn is een zeer oud houten blaasinstrument met een lengte van ongeveer 140 cm. Het is de voorloper van de alpenhoorn.

midwinterhoorn
plaats

De alpenhoorn is ontstaan uit de midwinterhoorn, en werd oorspronkelijk in het alpengebied gebruikt bij het hoeden van koeien en schapen. Men gaf hiermee ook boodschappen naar elkaar door. Het grote verschil is dat hij veel langer is dan de midwinterhoorn: minstens 3 meter tegenover ongeveer 1,40m lang (varieert van streek tot streek) Hij is helemaal van hout gemaakt, wordt staand bespeeld, en heeft een conische bouw met een lichte draaiing naar boven zodat het geluid goed verspreid wordt.

plaats
In de middeleeuwen werd ook de zink ontwikkeld. Nadat ze in de renaissance verbeterd waren, werden ze in de barok zeer belangrijk, en waren ze door de zachte klank erg geliefd in de 16de eeuw. Ongeveer in het midden van de 18de eeuw raakte de zink in ongebruik.

zink
plaats
In 1590 is de serpent ontstaan uit een poging de cornet te verbeteren. De serpent is een houten hoorn met vingergaten. Vanaf de uitvinding van de serpent hebben beide instrumenten nog lange tijd naast elkaar bestaan. In 1850 is het verdrongen door de tuba.

serpent
plaats
De posthoorn was het instrument van de postiljon. Die blies erop om de aankomst of het vertrek van de post te melden. Maar ook boodschappers kondigden hun aankomst aan door op een hoorn te blazen of met een bel te klingelen. Soms is hij wel drie dagen op pad om een enkele brief te bezorgen. Het beroep van bode is vrij zwaar en gevaarlijk. De wegen zijn slecht en de kans om overvallen te worden is groot. Bij aflevering van de brief krijgt de bode zijn geld. De verzender van de brief weet zo zeker dat de brief wordt bezorgd.
Waarschijnlijk stamt de posthoorn af van de signaalhoorn die door rondtrekkende slagers werden gebruikt. Omdat ze vaak grote afstanden aflegden, werden aan de slagers ook brieven meegegeven. Die slagers waren dus tevens postbodes die met hun hoorngeschal aangaven, dat ze waren gearriveerd en dat ze bij hen de post konden afhalen

posthoorn
plaats

De term 'jachthoorn' heeft eigenlijk altijd al bestaan (dierhoorn), maar in1685 bouwt Raoux de eerste geheel ronde hoorn met anderhalve winding en is meteen het begin van een jachthoorntraditie

In Frankrijk aan het hof van de LodewijkenXIV en XV in Versailles komt de jachthoorn tot volle bloei. Onder invloed van de Markies Van Dampierre, werden er echt voor het eerst jachtsignalen opgesteld en stukken geschreven, zowel in de jacht als in de muzikale salons.

Tijdens de 17de en 18de eeuw kreeg de jachthoorn (barokhoorn met wisselbogen) een plaats in het orkest. Sindsdien gaat de jachthoorn een eigen weg met tal van verschillende soorten jachthoorns, en wordt ook nu nog zeer veel gespeeld.


jachthoorn
plaats
Tijdens de 18de eeuw werd de inventiehoorn is uitgevonden. Om te stemmen had hij een verzameling losse beugels van verschillende lengten, waarmee de spelers verbluffende resultaten wisten te behalen. Vanaf 1760 beschikte ieder orkest van naam over 2 tot 4 inventiehoorns.

inventiehoorn
plaats
In 1813 werden de ventielen uitgevonden door de hoornist Blühmel. De eerste ventielhoorns hadden 2 ventielen. Het derde ventiel werd in 1819 toegevoegd door Périnet in Parijs en door Müller in Mainz en door Sattler in Leipzig. Omstreeks 1850 waren de ventielhoorns zo verbeterd, dat men over het algemeen alleen nog maar ventiel hoorns ging gebruiken en de natuurhoorns opzij werden gelegd.

ventielhoorn
plaats
Uit de ventielhoorn ontstond dan de althoorn, een rechtstreekse ‘afstammeling’ uit de saxhoornfamilie van Adolphe Sax. Het dateert uit 1843-1845. Vanaf 1851 werd het in een brass band gebruikt. Ook in onze blaasorkesten werd het gebruikt. Na Wereldoorlog II werd het hier geleidelijk aan in de vergeethoek geduwd door de hoorn in F

althoorn
 
In de 19de eeuw zijn dan ook verwoede pogingen gedaan om ervoor te zorgen dat de hoorn een groter bereik kreeg. De antoniophone is er eentje van, en werd ontwikkeld door Antoine Courtois in 1867. Het instrument is maar een jaar of dertig gebruikt.

antoniophone
plaats
Nog zo een instrument waarbij verwoedde pogingen werden gedaan, is de omnitonische hoorn. Deze hoorns hadden ingebouwde beugels die met behulp van een kiesschijf konden worden gekozen. Ze konden gebruik maken van de stoptechniek, maar ze waren zeer zwaar en werden daardoor nooit echt populair.

omnitonische hoorn
plaats
Rond 1920 werd de mellophone ontwikkeld. De mellophone is een rechtshandige hoorn, met pistons in plaats van kleppen. De linkerhand werd niet in de beker gestoken. Het is een beetje kleiner dan de Frans hoorn. Hij is uitgevonden om beter mee te kunnen marcheren in een orkest. Tegenwoordig wordt de mellophone nog gespeeld en heeft hij zijn oorspronkelijke vorm verloren. Hij heeft nu meer weg van een trompet.

moderne mellophone
plaats

De verdere ontwikkeling van de hoorn en zijn opname in het orkest gebeurde voornamelijk in Frankrijk. De term 'French horn' komt vanuit Engeland omdat in die tijd de meeste orkesthoorns uit Frankrijk geïmporteerd werden. In Italië noemde men de franse hoorns ‘Corno da Caccia’ en in Frankrijk heetten ze ‘Cor de Chasse’ of ‘Trombe de Chasse’. De naam 'French horn' werd ook gebruikt om het instrument te onderscheiden van de jachthoorn.


Franse hoorn