Topontmoeting tussen de dubbelhoorns
Alexander 103, Paxman 23 E en Willson CS 240


Vergelijkingsbijeenkomst: Uiteindelijk is ook de derde deelnemer van de topontmoeting in Keulen gearriveerd - de Paxman-hoorn liet even op zich wachten omdat hij nog een verplichting in Londen had. Ze waren nog niet allemaal bij elkaar of ze gingen alweer op reis: opgehaald door Ludwig Rast, de plaatsvervangende solohoornist van het radiosymfonieorkest van de Westdeutscher Rundfunk (WDR), om bij een aantal blaastests in de Grote Zaal van de Kölner Philharmonie hun vaardigheden te laten zien.

 

Uit Engeland: de Paxman 23 E

Hier hebben we meteen al de eerste uitzondering, want dit instrument is volledig van goudmessing en nieuwzilver vervaardigd - de twee concurrenten geven de voorkeur aan messing. De afwerking is zeer geslaagd: grote beker met een diameter van 310 mm, ventielbussen van nieuwzilver, machine met een "Minibal"-gewricht en als bijzonderheid vinden we er rotors van titanium. Die willen wij natuurlijk van dichterbij bekijken - en dat moet ook wel, want de machine loopt niet goed genoeg voor professionele eisen.

De rotors zijn snel gedemonteerd en verwijderd. Aan de binnenkant van de bussen en op de ongelooflijk lichte rotors zijn diverse aanslagsporen te zien; de hoorn schijnt bovendien onlangs bespeeld te zijn: ik herken een opvallende condensvorming. Dat zal dan ook de reden zijn voor de late aankomst van de 23 E: instrumenten op voorraad bestaan bij Paxman praktisch niet - tussen de bestelling en de aflevering kunnen wel 18 tot 20 maanden zitten! Nadat ik de machine heb schoongemaakt en weer in elkaar heb gezet, ben ik benieuwd naar wat Chris Huning (mede-eigenaar en Managing Director bij Paxman) voor de test heeft uitgekozen.

De professionele ambities blijken al uit de grote variatie aan modellen. De meest uiteenlopende materialen, uitvoeringen en conische verlopen zijn beschikbaar - maar in één ding zijn ze allemaal gelijk: de ventielboring is altijd 11,9 mm. Bij Paxman is alles mogelijk: de beker is in vier conusmaten leverbaar (de middelste maat, die ‘Europa' wordt genoemd, is nog relatief nieuw in het productassortiment van de Londense fabrikant); naast onze hoorn in goudmessing is natuurlijk ook messing en nieuwzilver als materiaal voor de body beschikbaar. Voor een betere klankprojectie heeft de 23 E een krans van nieuwzilver meegekregen die ook optisch uitstekend gelukt is.

De rotors van titanium zijn een "optie" - standaard wordt de hoorn met bronzen ventielen geleverd, net als bij de concurrentie. De machine loopt nu zeer licht en met absolute precisie - een blijk van professionele kwaliteit. Paxman voert deze bij het model 23 E volgens het Geyer-systeem met knoppen uit. Hierbij liggen alle vier de ventielen op een rij en vertonen ze geen grootteverschillen. Deze constructie, uitgevonden door Paul Geyer in 1924, moet voor een gelijkmatige luchtstroom in beide systemen zorgen. Dit zou nog eens interessant kunnen worden, want bij de twee concurrenten is hierbij voor een andere oplossing gekozen. Tenslotte nog even naar de weegschaal: met 2.430 gram is de 23 E een waar lichtgewicht. Maar nu: Hoe ziet de Zwitserse bijdrage eruit?

 

Uit Zwitserland: de Willson CS 240

Hier hebben we het over ambachtelijke perfectie die bij dit instrument, vervaardigd met absolute precisie, een ongeëvenaard niveau bereikt. De constructie verschilt echter duidelijk van zijn Engelse concurrent. Als materiaal voor de body is hier messing gebruikt en de beker (met een diameter van 310 mm) is afschroefbaar. Dit is weliswaar handig voor het transport, maar leidt niet bepaald tot een gewichtsreductie. De wijzer van de weegschaal komt dan ook pas bij 2.575 gram tot stilstand. De schroefverbinding draagt waarschijnlijk het meest bij tot het grotere gewicht, gevolgd door de (gepatenteerde) Rotax-machine. De constructeurs bij Willson hadden opdracht om een machine te ontwerpen die bij de rotors 100% luchtdoorstroming garandeert. Dit is prima gelukt. De diameter van de gehele cilinder wordt daardoor echter duidelijk groter, wat natuurlijk uiteindelijk zijn neerslag vindt in het totale gewicht.

Wat het Rotax-systeem verder oplevert, zullen we straks in de blaastest zien - ik werp nog even een blik op de bij het ventielsysteem horende machine met kogelas. Deze weerspiegelt de absolute Zwitserse precisie: scharnierschroeven met doorlopende binnenzeskant voor het demontagevrij smeren, gewrichtsinstelling zonder enige speling en snelle uitwisselbaarheid van alle mechanische onderdelen - deze machine werkt misschien zelfs een tikje beter dan de Engelse concurrent, ook al moet de gebruiker aan het drukpunt wennen. De reactie van de zware rotors wordt gecompenseerd door een hogere veerspanning - niet ongemakkelijk, maar heel anders dan bij de lichtere titaniumventielen. Deze wedstrijd eindigt vooralsnog in gelijk spel.

Het assortiment aan dubbelhoorns is bij Willson vrij beperkt: de CS 240 presenteert zich in het veel voorkomende Kruspe-type. Dit systeem is al meer dan honderd jaar geleden uitgevonden door de bekende instrumentenbouwer Eduard Kruspe. Hierbij zit het overschakelventiel zijwaarts verplaatst ten opzichte van de andere drie ventielen. Door het verloop van de buis kan de rotor veel kleiner worden gehouden dan bij het Geyer-knoppensysteem: het ventiel reageert minder traag en loopt lichter dankzij het lagere gewicht. De uitwerkingen daarvan op klank en respons zullen we later onderzoeken.

Naast dit model biedt Willson ook een instrument in de Geyer-bouwwijze met knoppen. Bovendien zijn er verschillende materialen van body en mondpijp (naast messing als basismateriaal is bij de geleverde "CS 240" voor de gehele stempomp van de machine nieuwzilver toegepast) en kan de boring van 11,8 mm bij Willson eerder "medium" worden genoemd. Onze derde kandidaat behoeft eigenlijk geen uitgebreide introductie meer.

 

Uit Duitsland: de Alexander 103

Vooral in Duitsland staat het getal 103 in de ogen van de meeste hoornisten voor het absolute droominstrument. Over het omgedraaid ingebouwde overschakelventiel met de zes ingangen zijn niet alleen professionele blazers enthousiast. Andere hoogtepunten van dit instrument zijn de hoogwaardige afwerking en de uitstekende machine van fabrikant Meinlschmidt. De rijkdom aan variaties uit de hoornfabriek in het Duitse Mainz kent geen grenzen. Voor werkelijk iedere behoefte heeft Alexander de passende hoorn in het assortiment, alle materiaalwensen kunnen worden vervuld en er worden altijd weer nieuwe constructies voorgesteld die volgens de wensen en behoeften van de professionele spelers overal ter wereld worden ontwikkeld.

De belangrijkste gegevens van de 103: bodymateriaal messing gelakt, 310 mm bekerdiameter bij een medium mensuur, 2.490 gram totaal gewicht en de boring - zoals bij alle Alexander-hoorns - met een ML-maat van 12,1 mm. Hiermee zullen we voorlopig volstaan. Na de theorie volgt nu de praktijk.

 

In de grote zaal ...
Het WDR-symfonieorkest is gehuisvest in de Kölner Philharmonie. Hier vinden de repetities plaats en worden talrijke concerten gegeven, maar ook cd`s opgenomen. Een zeer geschikte locatie om onze hoorns aan een serie testen te onderwerpen. Gaan we hier verrassingen beleven? Vooral als we in ons achterhoofd houden dat de hele hoorngroep van het orkest de Alexander 103 dagelijks als dienstinstrument gebruikt? Hier moet dan toch even gerelativeerd worden. Een prof gebruikt het materiaal waar hij het beste mee overweg kan - en dit geldt niet alleen voor de sport. Professioneel gedrag betekent bovendien open staan voor nieuwe dingen en tot een objectief en kritisch oordeel komen, ook al heeft men z'n persoonlijke favoriet allang gevonden. Om het karakter en de klankverschillen van hoogwaardige hoorns te beoordelen, zijn uitstekende professionele musici met een neutraal beoordelingsvermogen nodig.


Drie hoorns op wereldniveau
De overeenkomsten tussen de drie testkandidaten staan snel vast: naast de goede, professionele afwerking van alle drie de instrumenten (waarbij het Willson-model door zijn Zwitserse perfectionisme een kleine voorsprong op de concurrentie heeft), is het de uitstekende intonatie die de drie kandidaten vooralsnog allemaal op de eerste plaats brengt. Op dit punt zijn alle drie de hoorns van een absoluut professioneel niveau. Maar daarna lopen hun wegen snel uiteen en uiteindelijk zal er een diepe kloof tussen de kandidaten gapen. Bij respons en klank, twee criteria die in deze test niet los van elkaar mogen worden gezien, konden de verschillen niet groter zijn.

De respons van de Willson CS 240 is ongelooflijk licht. Ook de professionele hoornisten staan verbaasd („Deze hoorn kun je als het ware met de neus bespelen!") - deze eigenschap wordt natuurlijk bevorderd door de constructie van de Rotax-ventielen. Paxman biedt al iets meer weerstand en een nagenoeg gelijkmatige luchtstroom bij het bedienen van het overschakelventiel en men kan zich al voorstellen hoe de beoordeling van de 103 uitvalt: nog meer weerstand dan het Engelse fabrikaat en nog minder luchtwervels bij het wisselen. Drie hoorns, elk met een volkomen verschillend reactiegedrag. Waarom is de Alexander "103", het instrument met de grootste weerstand, dan toch de favoriet van de gehele hoorngroep? Zou de professionele blazer niet ook de voorkeur geven aan zo min mogelijk inspanning?

Het karakter van de respons bepaalt het draagvermogen van de toon en de kwaliteit van de klank. En daar heeft men bijvoorbeeld in de meeste professionele orkesten een precieze voorstelling van: de symfonische klank hoort vol en present te zijn in het lage register, zuiver en gedefinieerd in het middenregister en helder, stralend en dragend in de het hoge register. De Alexander 103 voldoet aan deze eisen op hoog niveau en zonder compromis. Natuurlijk is ook met de 23 E een symfonische klank te bereiken, maar het geluid van dit instrument mist uiteindelijk de draagwijdte die de 103 kan ontwikkelen. Hiervoor zouden wij andere varianten van Paxman moeten uitproberen - met wellicht een grotere bekerconus of een ander materiaal.

De CS 240 staat nog verder van de 103 af; het is een hoorn voor heel andere doeleinden: hij is bijvoorbeeld uitermate geschikt voor ensemblewerk, kwartetspel of als les- en oefeninstrument - maar niet voor het grote symfonieorkest. De kracht en de draagwijdte van dit instrument zijn door de constructie niet voldoende om hier de beste resultaten te bereiken. Wat dat betreft, laat de 103 zijn concurrenten zien hoe een hoorn in een symfonisch orkest hoort te klinken.


Winnaars
Hoe zien winnaars eruit? Ongetwijfeld precies zoals onze drie testkandidaten! Bij deze vergelijking gaat het niet over winnaars en verliezers. Wij hebben drie uitstekende professionele instrumenten gehoord die allemaal specialisten op hun eigen gebied zijn. Willson biedt de lichtste respons en daarnaast een perfecte ambachtelijke afwerking volgens Zwitserse traditie, Paxman zou voor talrijke professionele orkesten de juiste keuze zijn - rotors van titanium zijn immers een zeer interessante innovatie: lekker licht en met een geweldig speelgevoel. Alexanders 103 is dankzij de beschreven kwaliteiten de onbetwiste favoriet.

Elk goed orkest onderscheidt zich tegenwoordig door zijn eigen specifieke klank. De drie fabrikanten hebben laten zien dat zij in staat zijn om hoorns op topniveau voor alle vereiste gebruiksomstandigheden te maken. Zo houdt de professionele blazer een instrument in handen dat precies bij hem en zijn orkest past - het beste is daarbij precies goed genoeg. Aan het eind van de race komen alle kandidaten tegelijk door de finish: er is geen beste hoorn (want dan zou iedereen daarop spelen); Alexander, Paxman en Willson bewijzen met hun instrumenten individualiteit - en wat kan een hoornist zich nog meer wensen?

 
Productoverzicht en prijzen

Paxman
Modelaanduiding: Dubbelhoorn 23 E (Europa)
Technische gegevens: Bekerdiameter 310 mm (ML-bekerconus), boring 11,9 mm
Uitvoering: Goudmessing / nieuwzilver met krans van nieuwzilver, bouwwijze "Geyer", titaniumventielen
Prijs: 6.200,- EUR
www.paxman.co.uk

Willson
Modelaanduiding: Dubbelhoorn CS 240
Technische gegevens: Bekerdiameter 310 mm (ML-bekerconus), boring 11,8 mm
Uitvoering: Messing / nieuwzilver met schroefbare beker, Rotax-ventielsysteem (met 100% luchtdoorlaat), bouwwijze "Kruspe"
Prijs: 4.800,- EUR
www.willson-benelux.com

Alexander
Modelaanduiding: Dubbelhoorn 103
Technische gegevens: Bekerdiameter 310 mm (ML-bekerconus), boring 12,1 mm
Uitvoering: Messing / nieuwzilver, machine met een "Unibal"-gewricht, bouwwijze "Alexander" (groot overschakelventiel)
Prijs: 5.310,- EUR
www.musik-alexander.de

Ansgar Nake

 

Connection Error: Access denied for user 'hoorn_artikels'@'localhost' (using password: YES)