De hoornist... een boutade!

De hoorn wordt bespeeld door de hoornist (logisch). Zijn sublieme sound bekoort elke concertganger. Als geen ander slaagt hij er immers in, romantische volzinnen feilloos te laten overglijden in prehistorisch olifantengetoeter. Zijn muzikaal talent verblindt Jan en alleman, en sleept zelfs de meest kritische luisteraar mee in een droomwereld van melancholie en muzikaal genot. Aan de pracht en de praal van het instrument kan geen mens weerstaan. Kortom: de hoornist is een verleider van het eerste uur: zijn aanbidders zijn niet te tellen.

Hierin schuilt echter het grote gevaar. Zonder blikken en blozen kan men stellen dat de hoorn het serpent is van het harmonieorkest: de meer dan 2 meter lange boa constrictor die Adam en Eva inspireerde tot de erfzonde. Een koperen gietsel dat van zijn voorvader de 'Cor de chasse' (jachthoorn) het verradersbloed ingelepeld kreeg met de moedermelk.

Ik denk bijvoorbeeld aan de speelwijze. Bij nauwkeurige observatie van het orkest merkt u dat de muzikanten hun klank de zaal inblazen. Of het nu tuba's, trompetten en bazuinen zijn, klarinetten, saxofoons, fluiten, en hobo's, steeds spelen ze in de richting van het publiek - of doen tenminste alsof. De ene naar boven, de andere naar onder of ook wel recht voor zich uit, het maakt geen verschil. Ware het niet dat onze vriend de hoorn de uitzondering vormt op de regel. Nader toekijken leert ons immers dat hij zijn klank achter zich wegblaast.

Dit blazen in de omgekeerde richting maakt dat de herkomst van de klank bijzonder moeilijk te situeren is. Voeg daarbij het feit dat de hoornblazer, sluw als een vos, de klankbeker met de rechterhand gedeeltelijk afdempt en u begrijpt meteen dat dit geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken.

Hoe vaak gebeurt het immers niet dat de hoornist een fout blaast. Om voornoemde redenen schrijft de dirigent, die ook maar een mens is, het wangeluid in het beste geval toe aan een trompettist of erger nog aan een al te luidruchtige oprisping van een van de slagwerkers. De gevolgen zijn dan ook nauwelijks te overzien: chaotische discussies waar ei zo na het ganse orkest in verwikkeld raakt, met uitzondering van (hoe kan het ook anders) de hoornist. Hij geniet volop van het spektakel en kijkt grijnzend de kat uit de boom, onopvallend als een kameleon, die alle camouflage-technieken van kindsbeen al onder de knie heeft.

Het zou nochtans verkeerd zijn en bovendien getuigen van een gebrekkige kennis de hoornist te brandmerken als een van nature uit egocentrisch en asociaal individu. Zijn bizar gedrag is immers gegroeid uit de veelal solitaire positie die hij - vooral in vroegere tijden - bekleedde in het orkest. Al te vaak beschikte een harmonie te velde destijds slechts over weinig hoornblazers. De hoornist was in dit geval dus solist, aangezien hij alleen de hoornpupiter vertegenwoordigde. Nu zijn er in een harmonie slechts weinigen gegadigd zich het etiket 'solist' op de borst te spelden. De klarinetten bijvoorbeeld zijn een grote kudde waar elke uitwas als solist terstond in de kiem gesmoord wordt door het gekrijs van de massa. Ook trompetten, saxofoons en slagwerk zijn eenzelfde lot beschoren. En ga zo maar verder.

Een schrandere lezer hoor ik al opmerken: "En de dirigent dan? Die is toch ook solist?". Deze uitlating lijkt op het eerste zicht inderdaad terecht. Enig gezond verstand doet echter dit bloempje aan het adres van de chef zienderogen verwelken. Het mangelt de dirigent immers aan solistenallures: afgezien van het feit dat hij een unieke positie bekleedt in het orkest; hij staat met de rug naar het publiek. En ondanks zijn drukdoend gestikuleren, produceert hij niet het minste geluid, zij het van tijd tot tijd wat zuchten en desgevallend enkele onderdrukte krachttermen.

Rest ons dus de hoornist als enige rechtgeaarde solist. Of beter: restte. De emancipatie van het harmonieorkest deed het aantal hoorns immers als paddestoelen uit de grond rijzen. Desondanks beschouwt de hoornist heden ten dage zijn solistenstatus van weleer als een nog steeds geldend prerogatief. Dit kan ernstige 'interhoornale' problemen met zich meebrengen! De hoornist wordt tegenwoordig geconfronteerd met collega-hoornisten. Dit gezelschap laakt hij echter, stilzwijgend, als de pest. Alleen spelen betekent soleren. Met zijn tweeën... duelleren! Getuigen daarvan een typische trek van een hoornist, namelijk de 'hoorn-reflex'. Is het u nimmer opgevallen dat de hoornist, telkens hijzelf een flater begaat, veelbetekenend naast zich gluurt in de richting van zijn collega?

Dit automatisme is zo erg, dat hij zijn denkbeeldige buur aankijkt, zelfs als hij de enige hoorn is! Erger nog, hoe vaak ontaardt de mooie warme sound van de hoorn niet in olifantengetoeter, doordat er 'iets' misloopt met de embouchure van de hoornist? Welnu, zelfs als onze vriend aan het soleren is, en niemand anders speelt, vervalt hij veelal in de hoorn-reflex

Wellicht denkt u nu dat hoornisten een variëteit zijn waar hoogdringend jacht op gemaakt moet worden. Een bende outlawsdie stanta pede moet uitgeroeid worden. een van het allooi van Egmont en Hoorn - illustere naamgenoot - die ook al tot de doodstraf veroordeeld werden.

Indien dit uw - misschien wel logische - conclusie zou zijn, spoor ik u toch enige terughoudendheid aan. Het hier zo geviseerde ras legt immers bijzonder veel muzikale fierheid aan de dag. Let maar eens op, hoe ze hun instrument oppoetsen, zij 't dan wel om.... zich te kunnen spiegelen in de gigantische klankbeker. Bovendien is de hoorn een bijzonder moeilijk instrument dat erg veel handigheid vereist van de speler. Het mondstuk is erg smal. Vandaar dat een hoornist met klasse makkelijk geïdentificeerd kan worden aan de hand van zijn bijzonder stijlvolle lippen.

Is het dan verwonderlijk dat slechts weinigen zich geroepen voelen tot het bespelen van dit adellijke instrument en nog minder ertoe uitverkoren zijn? Vandaar dan ook dat dit prachtige object vaker de huiskamer siert, dan dat het het harmonieorkest kleurt. Behandel de hoornist dan ook moederlijk en maak het hem vooral niet moeilijk. Een blijde hoorn is als een zingende peuter. Een geraakte hoorn jaagt zelfs een neushoorn op stang. Trouwens; welke musicus is perfect? Er is geen saxofoon zonder bluts, geen bas zonder kras, geen rietje dat niet fluit.

Opletten dus, dames en heren muzikanten. Een verwittigd mens is er 2 waard! En wat u betreft, dames en heren hoornisten: wie een put graaft voor een ander...., maar dat snapte u ondertussen al!

 

Connection Error: Access denied for user 'hoorn_artikels'@'localhost' (using password: YES)