15
mei 2005. Vroeg moest ik m'n bedje niet uit, want de masterclass begon
pas om 14u. Ook Stefan de Leval Jezierski, de meester van die dag, kon
rustig bekomen van zijn tennismatch de vorige dag. Netjes op tijd (voor
muzikanten, lees dus: 10 minuten na 14u) kwam hij opdagen. Hij stelde
meteen iedereen op z'n gemak door vriendelijk kennis te maken, iedereen
een hand te geven,...
en dan maar
aan de slag!
Voor alle aanwezigen die
voor het eerst een masterclass bijwoonden -en dat waren er nogal wat-
was dit een zeer uitzonderlijke ervaring. Van de rond de dertig aanwezigen
begonnen er dan ook meteen velen spontaan te beven toen hij in z'n perfect
Amerikaans vroeg wie er iets voorbereid had, en zin had om te spelen.
Of het de combinatie van die twee factoren was, of vooral de laatste,
weet ik niet; maar er waren er slechts vijf die zichzelf daarvoor in
aanmerking vonden komen...waaronder ondergetekende...
...een risico dat je krijgt,
als je zegt: ik wil graag spelen, is dat hij je meteen wil horen. Dat
lot onderging ik... Ik mocht meteen, zonder inspelen (was m'n eigen
dikke fout--maar ik was voordien te zenuwachtig om in te spelen), voor
die dertig aanwezige hoornisten en nog een handjevol geïnteresseerden
gaan voorspelen. Maar vooral: voor de man die al 27 jaar de moeilijkste
hoornpartijen speelt in zowat het beste orkest van de hele aardbol.
Iedereen die iets van hoorn kent kan zich meteen het resultaat voorstellen:
een bevende toon, ergens in de verte diep in het instrument, en heel
veel gekiks. Juist.
En toch: "mooi, heel
mooi wat je doet" was het eerste commentaar. Dat vond ik niet
erg. Er kwam zelfs geen "maar" achter. Hij volgde met:
"je doet veel te veel moeite. Hoorn spelen is niet moeilijk,
als je maar doet wat
je moet doen"... Gemakkelijker gezegd dan gedaan... Hoewel.
Ik deed perfect wat hij zei, en inderdaad, als aangeraakt door een toverfee,
kon ik ineens veel meer dan tevoren! De
vier volgende kandidaten ondergingen hetzelfde lot. Bij iedereen is
hij erin geslaagd ze iets te laten doen, waarvan ze niet wisten dat
ze het konden. Knap!
Veel te snel was dit alles
voorbij. Veel interessante commentaar, maar toch veel ontgoocheling
bij diegenen die het niet gewaagd hadden zich te laten "behandelen"
(want het leek wel een dokterskuur) door die fantastische
hoornist. Een man met enorm veel uitstraling. Dat bleek nog eens te
meer bij het concert, enkele uren later in dezelfde zaal, deze keer
gevuld met een vol fanfareorkest en hun fans. Ik was blij verrast toen
ik het programma zag. Onvermijdelijk enkele fanfarestukken. Maar dit
bleek even later geen probleem te zijn, vermits het orkest me zeer positief
verraste. Maar vooral de stukken met hoornsolo waren enorm gevarieerd
van stijl: Disney, Mozart, Rachmaninov, Ravel en Cole Porter.
Voor het eerst speelt de
man, die de eerste Amerikaanse hoornist (en enige) ooit in de Berliner
Philharmoniker was, met begeleiding van een fanfareorkest. Maar hij
had er duidelijk van genoten. Hij speelde de ziel van zijn
lijf, zowel bij het Disney-melodietjes, als in Mozart, als het Jazz-stuk.
De man heeft geen probleem met verschillende stijlen. Maar één
ding is duidelijk: hij speelt graag, doodgraag. Of het nu een klassieke
symfonie van Mozart is, of een jazzstuk met fanfare, hij doet het met
de volle overgave.
En hoe houdt hij dat vol?
De auteur vermoedt dat dit
iets te maken heeft met de appreciatie die hij krijgt van zijn publiek.
En van diegenen die hem uitnodigden. Ditmaal niet onder de vorm van
een ruiker bloemen, maar een mand met streekgerechten. En in België
is dat dus inclusief streekbieren. En de man kent er wat van, want meteen
na het concert stond hij reeds van een Duvel te genieten.
Ik wist het, ik wist het.
De man is een levensgenieter. Een échte hoornist!
Jonathan Baltussen